In gesprek met ... Erik van de Ridder

”Ik had mijn voetbalcarrière liever anders afgesloten,
na 18 jaar eerste elftal is dit niet het mooiste afscheid wat je kunt bedenken”


22-01-09

Erik van de Ridder is de nieuwe trainer van de B-selectie bij de Rood Gelen. Na 18 seizoen uit de gratie te zijn geraakt bij de hoofdmacht gaan spelen in het tweede elftal en uiteindelijk toch op de bank maar nu als trainer. En wie Erik van de Ridder kent vol overgaven zoals we de Rozenburger kennen vanuit zijn lange loopbaan bij Rozenburg. Ooit als pupilletje begonnen bij de Rood Gelen, op jonge leeftijd naar Feyenoord vertrokken en daar, voor zijn leeftijd, in alle teams op het hoogste niveau gespeeld. Bij SVV in het betaalde voetbal terechtgekomen maar uiteindelijk toch weer terug kwam naar Rozenburg die in die periode op het aller hoogste niveau bij de zaterdagamateurs speelden. Erik van de Ridder was een vaste waarde en hield dat 18 jaar vol. Tot hij dit seizoen onder Leo Dekker op de bank terecht dreigde te komen

© Zonder toestemming van de webmaster is het niet toegestaan dit onderwerp in zijn geheel op andere websites te plaatsen

Picture

Picture

  Uiteindelijk vervroegd de schoen aan de wilgen gehangen?
“Ja als je het zo wilt zien wel. Misschien had ik vorig jaar al wel moeten stoppen. Ik wilde nog een jaartje doorgaan, voelde me goed en was er van overtuigd nog wat voor Rozenburg te kunnen betekenen. Het jaar ervoor had ik lang last gehad van een liesblessure maar daarvan was ik goed hersteld en was, en ben dat eigenlijk nog wel, er van overtuigd zeker nog een seizoen mee te kunnen draaien. Die eerste wedstrijden in de voorbereiding en de training liep het ook wel goed. Leo (Dekker red.) was opzoek naar een laatste man en probeerde daar diverse spelers maar op die positie werd ik niet meer ingezet. Toen we tegen Slikkeveer moesten spelen voor de beker kon ik zelfs mijn tas thuislaten en kwam aan spelen niet meer toe.

Leo vroeg me wel om mee te gaan maar als speler was ik overbodig, althans op dat moment. Ik wilde nog graag spelen en besloten dan maar voor het tweede elftal te gaan voetballen en dan ook in die groep te gaan trainen. Uiteindelijk is dat wel een goede beslissing want ook al wilde Leo dan wel iets met me doen op de training, assisteren op de trainingen of zoiets werkt dat toch niet. Als je speelt in ‘Twee’, zeker op mijn leeftijd moet je ook deel uitmaken van die groep”.

Spelen in het tweede team was wel even aanpassen?
“Ik ben altijd eerste elftalspeler geweest en dan is het in een tweede elftal zeker even wennen. Maar spelen stond voorop, ik wilde nog graag een seizoen spelen en niet zo afscheid nemen. Maar uiteindelijk had ik mijn voetbalcarrière liever anders afgesloten, na 18 jaar eerste elftal is dit niet het mooiste afscheid wat je kunt bedenken. Maar goed het is zo gelopen. In het begin ging het nog wel aardig in het tweede. Maar gaande het seizoen werd de beleving in de groep toch wat minder. Conditioneel gingen we ver achteruit en ook de beleving was er niet meer. Ik had ook niet het gevoel dat Jan (van Hees, trainer aan het begin van dit seizoen bij Rozenburg 2. red.) het tij nog kon keren. Zo is dat balletje gaan rollen en heb ik aangegeven dat ik het wel over wilde nemen als het tot een breuk met Jan van Hees zou komen. Die breuk is gekomen en sta ik nu voor de groep en ik moet zeggen het gaat best lekker. In mijn beleving moet een coach op de bank dus ben ik toch nog eerder gestopt met voetballen als ik eigenlijk had gedacht.”

Picture
  Liggen je ambities in het trainersvak?
“Ja misschien wel, ik voel me er heel prettig bij. Wie me als voetballer heeft gekend weet hoe ik dat heb beleeft en dat is als trainer niet anders. Eigenlijk heb ik altijd al goede contacten gehad met trainers. Dat begon al bij Schwillens maar ook met Janse en Cover werd ik vaak betrokken in de besluiten die werden genomen. Maar terug naar je vraag. Ik vraag veel van mijn spelers maar ze krijgen er ook wel wat voor terug. Dat dit bij me past wist ik natuurlijk wel een beetje. Maar nu ik voor die groep sta beleef ik er zelf ook heel veel plezier aan. Het gaat goed er zijn op de training steeds 14 tot 16 man en een gemotiveerde groep, lekker om mee te werken.”

Trainer van een tweede elftal is toch een lastige klus?
“Daar ben ik van begin af aan duidelijk in geweest. Als er spelers van het eerste overkomen moeten die spelen in het tweede dat is duidelijk. Die mannen komen niet om op de bank te zitten, daar ben je een tweede elftal voor. Maar je moet ook een bijdrage kunnen leveren aan het geheel. Het is uiteindelijk de bedoeling dat je de jeugd en Rozenburgsespelers voor het eerste klaarstoomt, kan laten doorstromen. Dat is goed voor je team maar zeker ook in het belang van Rozenburg. Ik probeer ook zoveel mogelijk jonge spelers er bij te betrekken. Recent hebben we Mark Mansens naar de selectie gehaald en zo’n speler moet een kans krijgen en die moet je niet af laten glijden in lagere elftallen. Dat is zonde. Als ik nu zie van hoever René Olierhoek komt en het toch goed doet op een belangrijke positie is prachtig om te zien en als je daar een bijdrage kunt leveren geeft dat veel voldoening. Natuurlijk moet er ook wel wat ervaring in zo’n elftal zitten die balans moet je zoeken. Uiteindelijk moet er jeugd doorstromen. Dat wil niet zeggen dat je geen spelers van buitenaf in je vereniging moet hebben. We hebben voorbeelden in het eerste elftal die echt een meerwaarde hebben maar ook daar moet een juiste balans zijn. Als trainer van een tweede elftal kan je daar een goede bijdrage leveren.”

Picture

  Hoe ziet de toekomst eruit?
“Dit seizoen maak ik af, althans dat is denk ik de bedoeling. Hoe het verder gaat weet ik niet. Dat ligt natuurlijk ook aan Rozenburg. Ik weet op dit moment niet echt wat de plannen zijn voor de toekomst en of dit voor een langere periode is. Ik heb binnenkort een gesprek met de technische commissie, ik laat me verrassen. Laat ik me eerst concentreren op dit seizoen. De rest komt wel of we zien wel. Ik kan wel vinden dat het lekker gaat en me er prettig bij voel maar zo iets moet natuurlijk van twee kanten komen. Ik wil wel wat gaan doen in het trainersvak. Het diploma wat ik nu heb mag ik dacht ik een vierdeklasser trainen. Bij Rozenburg iets doen is natuurlijk leuk. Ik ken de club heb er lang gespeeld en Rozenburg is een mooie club. Ik heb het er goed naar mijn zin. Maar ik kan me ook iets anders voorstellen als Rozenburg ander ideeën heeft de toekomst ergens anders ligt. Eigenlijk kijk ik wel hoe het verloopt. We gaan hier eerst een mooi seizoen van maken.”

Picture
  Hoe staat ‘Twee’ ervoor?
“We zitten nog in de beker en staan er in de competitie niet zo heel slecht voor. Bovenin lijkt het erop dat de plaatsen verdeeld zijn, maar we maken zeker nog kansen op een periode of een vervangende periode en dat zou het seizoen toch nog goed maken. We moeten reëel zijn voor het kampioenschap komen we niet in aanmerking. Dan moet het in de rest van de competitie wel heel raar lopen, maar we kunnen best nog een leuk seizoen van maken. En we zitten nog in de beker dus we gaan er voor. Maar op dit moment zijn resultaten niet het allerbelangrijkst. Wie me kent weet dat ik altijd zo hoog mogelijk wil spelen en vooral altijd wil winnen laat daar duidelijkheid over zijn. Maar in zo’n tweede elftal moet wel een visie zitten je moet een bijdrage kunnen leveren aan het geheel, de vereniging moet er beter van worden en vooral herkenbaar. Als het plezier en de beleving er is komen de resultaten vanzelf. Als je zaterdag (wedstrijd tegen MVV’27 red.) zag konden we toch lekker meespelen. Die ploeg die toch ook hoog speelt had best moeite met dit Rozenburg. Dat is toch lekker om te zien.”

Als we nog even verder praten met Erik merken we een gemotiveerde trainer die veel plezier beleefd aan zijn nieuwe job bij de Rood Gelen. Een man waar Rozenburg als speler na bijna 18 jaar verdienste voor de club ongemerkt afscheid heeft genomen. Maar accepteert dat het zo gelopen is. En, zonder met een wrok terug te kijken op een afscheid dat hij waarschijnlijk anders had voorgesteld, begonnen is op een nieuwe klus. Een klus die opzijn lijf geschreven is van de rasvoetballer die zijn cluppie beter kent dan wie dan ook. We moeten ons wel heel erg vergissen als dit geen vervolg krijgt.