Toekomst van Erik van de Ridder ligt op het trainingsveld

’Als je een goeie groep hebt komt het toch niet op één of twee spelers neer, dat moet je opvangen’


27 - 05 - 09

Rozenburg heeft een paar ‘Goudhaantjes’ in de vereniging waar de club van West best voorzichtig mee om moet gaan. Mensen met een visie waar de club heel erg ver mee kan komen. Erik van de Ridder is zo’n man. Maar zeker bij Erik valt of staat het met discipline en er vooral voor zorgen dat spelers graag bij de Rood Gelen willen spelen. Erik komt natuurlijk uit de Feyenoord-school en daar is dat met de paplepel ingegoten (al zou je zeggen dat ze Anno 2009 ook daar even de draad kwijt zijn). Als we met Erik praten horen we toch vaak, wij zijn Rozenburg en je moet er willen spelen daar moet je alles voor doen en vooral laat je talenten niet weglopen, opleiden voor Rozenburg 1. Werken aan en voor ‘Het vlaggenschip’ als je met een tweede elftal kampioen wordt is dat leuk maar niet het hoofddoel. Het bracht ons bij de eerste vraag:

© Zonder toestemming van de webmaster is het niet toegestaan dit onderwerp in zijn geheel op andere websites te plaatsen

Picture
  Is trainer van een tweede elftal niet verschrikkelijk moeilijk?
“Nee, je weet wat je moet doen spelers opleiden voor je eerste elftal. Je talenten behouden en op een hoger niveau brengen. Natuurlijk is het leuk als het goed gaat met het team waarmee je in de competitie speelt. Maar je moet het hoofddoel nooit uit het oog verliezen. En als je een goeie groep hebt komt het toch niet op één of twee spelers aan. Daar wordt een ploeg niet slechter van dat moet je kunnen opvangen. Ik heb nog nooit meegemaakt dat een eerste elftal opeens 10 spelers nodig heeft. Dus nee niet moeilijk juist een uitdaging.”

Even terug naar het begin van het trainerschap. Was je verbaasd dat ze je hebben gevraagd voor Rozenburg 2?
“Eigenlijk niet. Het seizoen ervoor hadden we al gespreken gevoerd en werd ik benaderd hoe ik daar tegenoverstond. Het verhaal is genoegzaam bekend ik dacht nog een jaartje te kunnen spelen in ‘één’ en dat liep anders en ben in het tweede gaan spelen. Maar op de trainingen en de wedstrijden ging het niet meer lekker tegen de winterstop. De groep waarmee we trainde werd steeds kleiner en de resultaten minder. We stonden er dan misschien nog wel redelijk voor maar dat had met de goede start te maken. Ik heb toen aangegeven als het moet kan ik de zaken overnemen. Natuurlijk altijd moeilijk om zo’n beslissing te nemen maar hier kwam het clubbelang boven de persoonlijke belangen, zo gaat dat nu eenmaal in de voetballerij. Ik denk dat we het goed hebben gedaan in de tweede helft van dit seizoen en als ik nu zie dat we na de competitie nog met een hele grote groep trainen zijn we in ieder geval er in gelaagd om de beleving en de zin om voor je cluppie te spelen weer terug te brengen.”

Picture
  Wat ga je in de toekomst doen?
“We gaan eerst aan Rozenburg denken en aan deze klus beginnen. Maar de ambitie om als trainer verder te gaan heb ik zeker. In de periode dat ik geblesseerd was aan mijn knie ben ik de jeugd gaan trainen en daar ook de papieren voor behaald (voetbaljeugdtrainer red). Ik heb toen ook gelijk oefenmeester 3 gedaan. Maar toen ik weer kon spelen is dat weer een beetje naar de achtergrond verdwenen. Voetballen vond ik nu eenmaal leuker, zeker in die tijd. Met trainer / coach 3 mag je dacht ik een vierdeklasser trainen. Maar het is alweer een tijdje geleden. Ik vond het allemaal best leuk en nu liggen mij ambities daar ook zeker wel. Maar het wordt wel moeilijk Als je twee keer in de week moet trainen en de zaterdag spelen kost dat al veel tijd. Zeker op de manier waarop ik dat doe.

Het moet allemaal goed voor elkaar zijn en niet te veel aan het toeval overlaten. Ik heb natuurlijk ook nog een jong gezin en best wel een drukke baan. Dan nog even zo’n volgende cursus doen kost best wel veel tijd. Aan de andere kant moet je ook geen jaren meer wachten, je wordt steeds ouder en daar moet je ook voor waken. Maar ik wil zeker nog verder in het trainersvak”. We stellen tussendoor de vraag bij Rozenburg? “Als ik kijk hoe het Rozenburgers is vergaan’, lacht Erik. “Zou kunnen, je moet je dan anders opstellen. Ik denk dat me wel zou lukken. Niet gelijk alles in het persoonlijke vlak zien.” Maar we gaan weer terug naar de toekomst. “Mijn ambitie liggen zeker op het trainersvlak. Je moet natuurlijk wel zorgen dat je niet uitbeeld raakt en met een volgend certificaat mag je dacht ik trainen tot de ‘tweedeklasse’ dat moet ik dan nog wel een keertje gaan halen. Maar eerst Rozenburg”.

Wat is je visie voor de toekomst van Rozenburg?
“We zijn best goed bezig. Als ik naar de zaken kijk bij de jeugd waar Rien de Bil toch met het spelers volgsysteem best goed bezig is. Gesprekjes met spelers en hun ouders om te kijken hoe het verder moet en hoe het ervoor staat is heel goed. Maar misschien zouden we toch meer een lijn moeten hebben, door de hele vereniging, waar we naar werken. Vaak hoor ik eerst maar eens kijken wie er blijven en wie erbij komen, als we het over de spelers bij één hebben. Dat zou eigenlijk moeten zijn met die wil ik verder en met die niet. Dat klinkt misschien hard maar ook in het amateurvoetbal liggen de zaken zo. Omdat die lijn soms niet helemaal duidelijk is hebben wij altijd trainers voor de korte termijn. Na twee jaar is de klik vaak weg.

Picture
  We zijn Rozenburg en je moet er willen spelen en alles vooroverhebben of je heil ergens anders zoeken. Natuurlijk is dat in het begin moeilijk en moet je dat niet van de één op andere dag veranderen zo werkt dat niet maar je moet er lijn in brengen en spelers opleiden, vooral uit eigen jeugd we hebben tenslotte talenten genoeg, voor posities en de speelwijze waarmee je inde toekomst op een hoger plan wil en kan komen. Nu hebben we ook een groep spelers best wat kwaliteit maar uiteindelijk ook niks gepresseerd. En dan moet je, je afvragen had ik dat jaar niet moeten gebruiken om spelers te laten rijpen. Ik begrijp ook wel dat iedereen achteraf gelijk heeft. Maar er zit zeker toekomst in Rozenburg.

Volgend seizoen is het de bedoeling om met een grote groep jonge spelers in twee te gaan spelen. Aangevuld met wat meer ervaren spelers en dat ik ook het elftal onder 23 jaar gaat coachen. Onder 23 jaar moet voor een groot gedeelte uit die spelers bestaan aangevuld met wat A – spelers. Niet te veel spelers uit het eerste elftal. Dat heb ik vroeger ook wel gezien die komen een avondje voetballen, uiteindelijk spelen ze al in één. Het is best leuk voor een A – speler om met iemand uit één te spelen maar het moet wel wat toevoegen. Als je voor ogen hebt waar je naartoe wilt en wat daarvoor nodig is weet voor welke spelers je geen vervanging hebt en kan je daar aanwerken of tijdelijk op een andere manier in die behoefte voorzien. En dan hoef je er niet zoveel te halen. Maar het valt of staat met discipline. Ik kan me nog herinneren dat John Corver, een man van weinig woorden’ vertelde aan de groep ‘Als Ridder te laat is zit hij op de bank of ik hem nu nodig heb of niet’. Zoiets doet pijn zeker in belangrijke wedstrijden maar uiteindelijk ga je er van profiteren”.

Picture
  Hoe is het nieuwe seizoen eruit, nieuwe trainer voor één en voor drie?
“Ik heb inmiddels een paar keer gesproken met de nieuwe trainer van één (Wim van der Steene red.). Een duidelijk beeld heb ik nog niet, dat is nu ook nog te kort. Hoe die selecties eruit gaan zien is nog niet echt duidelijk. Er worden eerst nog wat gesprekken gevoerd met spelers. Er komen nogal wat spelers terug en we hebben best wat talenten die naar het eerste toe kunnen. Zo geweldig was het dit seizoen uiteindelijk ook niet. Bij drie gaat Lagrand de zaken overnemen van Dick Grinwis, ik heb daar best vertrouwen in met een beetje hulp moet dat zeker gaan lukken. Bij de keepers maak ik me toch wel een beetje zorgen. Dit seizoen hadden we er vijf maar het was elke week weer een verrassing wie we kregen dat is natuurlijk niet goed. Ook daar moeten we wat doen. Het eerste zal wel met een selectie van 18 man gaan spelen, het tweede met 16 – 17 man. We moeten zeker zorgen dat ‘drie’ verder gaat op de weg die we zijn ingeslagen”.

Erik van de Ridder is niet verloren voor Rozenburg. In de gespreken die we met hem hebben gevoerd was duidelijk dat Erik niet alleen naar het eigen belang kijkt maar zeker een visie heeft hoe het Rozenburg van de toekomst eruit moet zien. Maar in al die gespreken hoorde we toch heel vaak het woord discipline en wij Rozenburg. We hoorde Erik ook vaak zeggen ‘Rozenburg heeft genoeg talent we moeten er zuinig op zijn verder ontwikkelen en vertrouwen geven ook in een eerste elftal’. Zaterdag neemt Erik als voetballer afscheid maar begint aan een nieuwe carrière waar hij het afgelopen seizoen, met succes, al aan heeft mogen proeven. Als we naar die periode kijken mogen we de toekomst met vertrouwen te gemoed zien.