ARIE BEVAART
ROZENBURG
Geen enkele voetballer is groter dan een club – zeker een voetballer op leeftijd niet.
Die ervaring is ook Erik van de Ridder bij Rozenburg inmiddels rijker. De bijna 38 jarige laatste man komt niet meer voor in de toekomstplannen van trainer Leo Dekker en moet genoegen nemen met een rol op het tweede plan. Van de Ridder heeft het naar zijn zin in het tweede elftal, maar had als voetballer liever in de hoofdmacht afscheid genomen. Eigenlijk zoals een boegbeeld betaamt.
“Erik is een fantastische voetballer die er altijd is en altijd traint, maar er komt een moment dat voor elke voetballer het veld te groot wordt,”
legt Leo Dekker uit. “Ik had er eigenlijk op gehoopt dat Erik als een soort supersub bij de eerste groep zou blijven en me op het trainingsveld zou
assisteren. Met zijn ervaring kan hij namelijk heel veel betekenen bij het individueel trainen van vooral de jonge jongens.
Maar hij heeft zelf aangegeven het voetballen nog niet te kunnen missen.”
Zijn blessuregevoeligheid liep als een rode draad door de evaluatie over het functioneren van de routenier aan het einde van vorig seizoen.
“Erik is het afgelopen seizoen vier maanden geblesseerd geweest. Ik kan niet het risico nemen de organisatie af te stemmen op zo’n speler.
Met vijf, zes andere prima verdedigers wordt het sowieso een lastig verhaal. We hebben samen de beslissing genomen dat Erik die rol van supersub zou krijgen, maar hij is daarna gaan twijfelen. En dan is het misschien beter gezien de omstandigheden als iemand anders een beslissing voor je neemt.”
|
|
"Ik vind dat ik voor dit Rozenburg zeker nog van waarde kan zijn," zegt Erik van de Ridder.
Foto: John de Pater
|